Happy Family - Reisverslag uit Kololi, Gambia van liseterik2 - WaarBenJij.nu Happy Family - Reisverslag uit Kololi, Gambia van liseterik2 - WaarBenJij.nu

Happy Family

Door: LisetErk

Blijf op de hoogte en volg

14 Februari 2016 | Gambia, Kololi

35 Jaar getrouwd. Het zal je maar overkomen. Het overkwam Erik zijn ouders, en daarmee was de reden voor een reisje geboren. De reisgroep: Papa Erik (Bert), Mama Erik (Mieke), broer Erik (Rob), schoonzus in wording Erik (Femke) en liefste deel van Erik: Liset. De locatie... tja, wees blij dat je de samenvatting leest want het duurde vrij lang om te kiezen: de Canarische eilanden, op een cruiseschip.
Lang verhaal kort: boot ging naar Cuba, de reisorganisatie vroeg of we wilden zwemmen. Zo niet, kregen we in ieder geval ons geld terug. Na wat boze communicatie van Mieke kregen we ook nog een vergoeding waarmee we op zoek konden naar een andere locatie (de cruises zaten ondertussen vol). Wederom blij dat je de samenvatting leest, nieuwe keus: Gambia. Of The Gambia... in ieder geval niet Zambia.

Dus voordat we weg gingen kregen we al te maken met voorpret: jezelf in laten spuiten met dode bacterieën. En de keuze uit een Malariapil. De keuze is reuze: pretpakket schijtpil 1, of pretpakket pschychosepil twee. Toch maar gekozen voor de schijtpil, want we zijn al gek genoeg. Nu zou je kunnen beargumenteren dat er ook genoeg bullshit uit Erik komt, maar dat is van een ander dier en dat telt dus niet, lekker puh.
Inpakken, is toch nog wel lastig. Het is maar een week, maar iedereen adviseert lange kleding tegen de muggen, korte kleding tegen de hitte, dikke kleding tegen de muggen en dunne kleding om niet te overhitten. Kortom, 20 liter deet en wat korte broeken. We vliegen met Corendon, een chartervlucht. Liset en Erik zijn deze niet luxueze toestanden niet gewoon, er moet betaald worden voor drinken en eten aan boord. Dan maar de halve Albert Heijn in de handbagage stoppen. Flesje leegdrinken voor de bagagecontrole en weer vullen bij de WC bij de gate, top. Schiphol is helemaal vernieuwd en het nieuwe systeem is best wel gaaf, het ziet er een beetje buitenaards uit. De vlucht vertrekt vroeg, dus we zijn vroeg -2 uur aanwezig. Het begin van een chronisch slaaptekort.

We vliegen, we komen aan, we bakken dood. Er is op Banjul Airport geen gate, enkel een platform. We stappen in onze winterkleding de volle 35 graden in. Na een korte busreis naar de terminal komen we in een wachtpatroontje met wat hokjes aan het einde: de douane. Ze nemen hun werk heel serieus, er worden foto's gemaakt en vingerafdrukken genomen. Ofja, 3 van de 4 nemen hun werk erg serieus, de vierde stempelt alleen maar. Wij kiezen uiteindelijk die rij en zijn er vlot doorheen. Vlot voor Gambiaanse begrippen dan. De lopende band van het vliegveld is ons eerste safari: "behulpzame" mannen proberen je koffer te besluiten, te bespringen en in hun almachtige klauwen naar de bus te dragen. Voor wat Dalasi's natuurlijk. We ontkomen aan de roofdieren, maar met koffer in de hand worden we aan alle kanten belaagd: taxi? Simkaart? Geld? Bus naar het hotel? Wisselen? We wijzen ze allen resoluut af. Behalve dat we de bus naar het hotel echt moesten hebben. Dus daar gaan we dan toch maar inzitten. Het zijn Nederlandse bussen, die door een locale touroperator tot aan het laatste boutje opgereden worden. De achteruit klinkt alsof er in het ruim minimaal zes slaven manueel de tanden verdraaien, terwijl de tandwielen draaien en hun handen ertussen komen. Het was nogal een kabaal.

Na wat aftandse locaties af te rijden en er toeristen achter te laten wordt het toch wel spannend. Zou ons hotel geverfd zijn? Zouden we een asfaltweg hebben? Het valt uiteindelijk redelijk mee, maar na een inspectie van de kamer moeten we wel even wennen aan afrikaanse luxe. Ze hebben de spullen allemaal uit luxe dump-winkels, maar de lokale installateur weet er zich geen raad mee. Het hangend toilet wordt aan de onderkant ondersteund, een ander toilet is niet aan de grond geschroefd, de douchekraan is in spiegelbeeld gezet. We hebben in ieder geval een koelkastje en een plafondventilator. Waar de vier sterren vandaan komen weten we niet. Zelf weten ze het waarschijnlijk ook niet, maar in ieder geval zijn ze enthousiast.

We besluiten op zoek te gaan naar een supermarkt en zodra we vier passen de poort uit zijn worden we toegeschreeuwd: "Happy Family". We kijken wat verdwaasd en ze weten dat we nieuw zijn. De hele bende lokale inwoners staat op en begint onze naam te vragen, de aankomstdatum, of we een taxi willen of wellicht geld willen ruilen. Kom bij ons eten vanavond enz. Met moeite werken we de groep weg, om na 50 meter onder de volgende groep bedolven te worden. Ze zijn erg vriendelijk, maar willen ook erg graag je busi...geld. Zo gaan we de straat over, op zoek naar water. Met water moeten we door dezelfde storm aan mensen heen om terug te komen. We zoeken het zwembad op waar het rustig is. Daarna springen we in zee. We worden enigzings vertraagd door een aantal lokale zwarten die nog wat pra... geld van ons willen. Eenmaal in de zee is het rustig, behalve de massieve golven die Rob zijn rug opeten.

In de avond gaan we uit eten. Met enige ervaring navigeren we de zwarte zee - die van mensen - en komen uit op de strip. Hier eten de westerlingen, omdat het 1: te duur is voor de lokalen en 2: de hygiëne hier naar westerse normen is. De zee zwelt aan en we moeten werkelijk overal eten. We kiezen een tentje uit en komen even bij, om op de terugweg wederom door de golven te klieven. De dag erop krijgen we onze welkomstuitleg. Met een lekker drankje: Wonjo. De reisleidster legt de excursies uit en de lokale gebruiken. De excursies klinken intressant en we boeken er een aantal. De lokale gebruiken zijn ook apart, we krijgen uitleg over de dalasi (45 stuks per euro) en de onderverdeling: baps. Vroeger kregen de Gambianen twee baps van een Britse kolonist als weekloon, wat hun de naam Twobaps opleverde. Tegenwoordig is het een algemene term voor blanke - wandelende portomonee.
Er zijn bumsters op straat, welke je aan willen spreken en je wat aan willen smeren. Die kenden we al. Er zijn schijnbaar ook hustlers, die het iets smeriger aanpakken en je in een zielig verhaal proberen te lullen. Voor beide mensen krijgen we een afweertechniek aangeleerd. Aangezien de eerste zoon altijd Lamin heet, kun je ze altijd aanspreken met "Hey Lamin, don't you remember me?" Dat schrikt wel af.

Gewapend met trucjes gaan we weer de straat op en het werkt een beetje. We zijn nog steeds te blank, te weinig verbrand: ze ruiken dat we nog vers zijn. In de avond hebben we een welkomstdiner waarbij we de lokale voedselsoorten mogen proberen. Helaas is het verzwakt voor de lamme westerlingen, waardoor het geheel nogal smaakloos leek. Later leren we bij de restaurants dat de lokale keuken erg lekker en gekruid kan zijn. Na het eten krijgen we een dansoptreden van de lokale bevolking. Het is vrij makkelijk samen te vatten: klap houtjes tegen elkaar, blaas op een fluitje en ram op een trommel. Schud soms met een met mais gevuld instrument en gaan met die banaan. De dansers zijn nog gemakkelijker: til je been zo hoog mogelijk op en maak denkbeeldige appelmoes. Gaat de frequentie van de houtjes omhoog, dan moeten je benen ook sneller. Na het dansen komt het mandje: of we even willen fooien.

De volgende dag hebben we een oriëntatietour. We gaan met de bus naar de grootste stad, Serekunda (350.000), en staan versteld van de chaos. Getoeter, deuken in alle auto's - 95% is mercedes 200D/300D - , fietsers op de weg, ezels op de weg, loslopende geiten en koeien en een bus met toeristen. We gaan de lokale markt op om een gevoel te krijgen bij de stad. We worden door de gidsen als een stel schapen door de markt geleid en ze sturen ons een gebouwtje in. Het is donker en het ruikt een beetje apart, Erik ziet een man met een hakmes en doet voor de zekerheid zijn zonnebril af en knippert met zijn ogen. Tjak, tjak, tjak aan alle kanten hangt vlees, vliegen vliegen en staan mensen met messen. De lokale slager. Vier westerlingen gaan kokhalsend naar buiten terwijl de tour door de slager gaat en je jezelf in allerlei poses wringt om geen kadaver, lever of ander bloederig object aan te raken. We hebben de smaak te pakken.
We walsen de markt over, vliegen, zwarten, vissen, groenten, kruiwagens en veel geschreeuw. Vooral als je een foto wilt maken, dan willen ze geld of dat je het verwijderd. Na de markt gaan we naar een fabriekje voor houtsnijwerk en wat doeken. We kopen er ons souvenir na onderhandeling (je moet ongeveer de helft overhouden als je het goed doet). Daarna verkopen ze schriftjes en snoepjes voordat we de bus in gaan. We begrijpen er niets van en worden naar een krokodillenpoel gereden in de stad. De beesten zijn heilig en wij mogen allemaal eentje aaien. We krijgen nog wat lokale uitleg en worden langs het fooienmandje naar de bus begeleidt. We rijden naar een schooltje, krijgen wat uitleg en worden langs een fooienmandje naar buiten gebracht. Terug bij het hotel rapporteren we af aan Rob, die van zijn opgegeten rug aan het herstellen was. We hebben een korte avond want de volgende dag hebben we de early bird geboekt: half zes opgehaald worden bij de receptie.

Vroeg. Godver. De derde dag een koude douche - op dit punt hadden we nog niet ontdekt dat de thermoskraan verkeerd om was gemonteerd. We strompelen naar de bus in het donker. We rijden de hotels af en zien meer chagerijnige Nederlanders de bus in geduwd worden. We rijden naar een boot en gaan onder lamplicht aan boord. Het is een onstabiel gammel wrak, in andere woorden: top of the line gambia fleet model. De motor gaat aan en de boot gaat los. De boot vaart een stukje en Erik wijst grappend dat de kade wel erg dicht langs zijn hoofd afging. De bar is minder gelukkig en de boot ramt de kade: kraak, scheur, lawaai. Na wat paniek vaart de boot vlug achteruit om met een aanloopje het huzarenstukje te herhalen: kraak, scheur, lawaai en wat meer paniek. De boot helt over en Titanic flitst door iedereens ogen. Het wordt erg stil aan boord en de boot blijft overhellen: we zijn vastgelopen op de kant en de bar is uitgescheurd. In het donker is de schade niet echt te zien maar de verbeelding van iedereen ziet vanalles. De eigenaresse - hollands - scheldt en vloekt, vooral als ze erachter komt dat ze een onderdeel niet vervangen hadden dat ze al besteld had. Deel van de cultuur: de tijdszone is GMT (-1 t.o.v. NL), maar ze spreken het hier uit als Gambia Maybe Time, in plaats van Greenwhich mean time. Het is een stressloos volk, ze werken niet meer dan moet en daarmee basta. Helaas viel daar ook het scheepsroer van de boot onder. Na wat geram met een hamer en wat knullig stuurmanswerk zijn we de rivier op en besteden we de komende twee uur aan het geruststellen van onszelf dat de boot het wel redt. We krijgen een goedverzorgd ontbij en gaan van boord bij Lamin Lodge. Schijnbaar een vrij bekend restaurant, maar op het moment zitten er alleen aapjes in de keukens.
Na een wandeling over de groente/rijstvelden komen we bij een dorpje waar de bus ons op moet halen. Maar niet nadat heel het dorp uitgelopen is om te bedelen voor flesjes en snoepjes.

Eat, sleep, rave, repeat. Zo gaat het voorbij. We doen een uitstapje, we slaan de mensen verbaal van ons lijf, we worden langs lokale "cultuur" geleid met aan het einde een fooienmandje. We lopen een park binnen aan de ene kant, om aan de andere kant te moeten betalen voor het doorkruizen van het park. We worden toegezongen op een school, om na een mooie speech de donatiebox aangewezen te krijgen. We dansen met de lokale bevolking (appelmoes dans) om een fooienmandje te zien, en aan het einde van het verhaal willen de gidsen ook nog wel een mandje neerzetten. Dat terwijl ze zelf hebben gekozen voor vier vrouwen en ze al genoeg verdienen aan de excursies. Wat wel leuk is aan de excursies in de lokale dorpjes is dat de kinderen de blanken als snoep uitdeelmachines zien. Ze noemen dit Minty's. Dus terwijl wij in een open vrachtwagen door het dorp planken - lees schudden en schuiven - wordt de vrachtwagen achtervolgt door miniongeroep: tubaaaaaaaaaap mintieeeeeee! Haha, minions.

De laatste dag is een rustige dag waarbij we aan het zwembad liggen, een lokale markt bezoeken en nog even de zee in zwemmen. De markt is vermoeiender dan ooit: ieder kraampje duurt gemiddeld vijf minuten om uit het gesprek te komen zonder al te bot te worden. Ons medelijden met afdingen verdwijnt er wel mee als sneeuw voor de zon, altijd fijn.
De rustdag geeft ook wat tijd om na te denken. De Gambianen zien ons als oneindige geldbronnen die er niets voor hoeven te doen. Ze zien ons alleen in vakantiemodus, ze begrijpen niet dat we 40 uur in de week werken. We proberen met ze te praten. Ze gaan er vanuit dat Rob en Erik een huis hebben gekregen bij hun 18de verjaardag. Wanneer uitgelegd wordt dat dit niet kan omdat een huis 9 miljoen Dalasi is worden ze wel even stil. Het maandloon van een arbeider bij de toeristen is hier rond de 7000 per maand. Waarschijnlijk minder als je uit de toeristenbranch werkt. Ze proberen opnieuwe te klagen over hoge maandelijkse kosten, maar Rob stipt aan dat wegenbelasting bij ons al 6000 Dalasi per maand is. Ze kunnen het niet begrijpen. Maar geld in Europa is toch gratis is uiteindelijk de vraag. We gaan toch niet voor niets met zoveel mensen op vlotjes naar Europa? Helaas wel, is het antwoord. Mensen die bij ons 45.000 Dalasi per maand verdienen kunnen ook honger hebben nadat de rekening zijn betaald. Ze snappen er niets van.
Het is moeilijk een relatie aan te gaan met de bevolking. Ze zijn vriendelijk en charmant, maar de relatie is moeilijk in te schatten. Veel zijn vriendelijk om bij het geld te komen. Een tergend beeld is wel de voorliefde van Gambiaanse jongens voor oude - rijke - vrouwen. Om de paar minuten kom je wel een stelletje tegen dat niet had bestaan zonder ongelijkheid. Het is een omgekeerd Thailand wat dat betreft. Het is wel erg serieus de laatste dag, het besef groeit dat we niet zo door kunnen leven als mensheid. Afrika rijdt, leeft en gebruikt alles wat de Westerlingen afdanken. Mochten ze hier ooit hetelfde niveau van welvaart bereiken, dan is de consumptiemaatschappij ten einde. Of er moet meer gerecycled kunnen worden.

Al met al is de vakantie een geweldige ervaring, maar het doet wel wat met je. Geheel vrij vakantie vieren kan niet zonder je op zijn minst een beetje te schamen voor de ongelijkheid. De schaamte wordt gereduceerd door het feit dat heel de bevolking de toeristen weet te overtuigen overal geld achter te laten, maar het knelt een beetje. In een aantal vragenlijsten komt de vraag: zou je terugkomen en zou je het iemand aanraden? Erik zegt nee en nee. Liset: nee en ja. Het land is niet divers genoeg om te blijven ontdekken dus terugkomen is niet nodig, aangezien we geen zonaanbidders zijn. Aanraden aan vrienden is alleen nodig als je de ervaring wilt en tegen de bumsters en hustlers kan.

  • 14 Februari 2016 - 20:05

    Rob:

    Leuk verhaaltje!

    Ik ben het eens met het dubbele gevoel. Er is een oneerlijkheid in het verschil tussen onze levensstijl en die van de Afrikanen.
    Maar de instelling van de Gambianen geeft niet het gevoel dat ze willen werken om verbetering aan te brengen. Alle gesprekken en relaties - zelfs degenen van enkele dagen - eindigden in vragen om geld of spullen. Het lijkt alsof de hand ophouden de cultuur wordt.

    Het is een mooi land om te zien. Indrukwekkende natuur. Maar na een paar dagen is het moeilijk iets nieuws te vinden.

    Geweldige levenservaring, aan te raden voor iedereen, maar ik zou dit land niet opnieuw bezoeken.

  • 14 Februari 2016 - 20:59

    Ineke:

    We hebben al kort een verslag gehoord en wat foto's gezien. Wel jammer dat die handophou cultuur de overhand heeft. Ook wat Erik vertelde over hoe ze het daggeld verdienen en genoeg is genoeg voor die dag. Ontwikkeling is er dus nauwelijks.......Misschien moet Maxima er maar eens heen......

    Leuk verslag, het leek mij van te voren niet het land waar ik graag naar toe zou gaan. Maar het is wel een mooie ervaring om mee te maken hoe het leven daar is en welke invloeden het toerisme op de bevolking heeft. En nu maar hopen dat de bevolking nog iets kan leren van de toeristen.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Gambia, Kololi

Actief sinds 21 Okt. 2014
Verslag gelezen: 478
Totaal aantal bezoekers 4642

Voorgaande reizen:

05 Februari 2016 - 12 Februari 2016

Gambia Trip

06 November 2014 - 06 November 2014

Nieuw-Zeeland

Landen bezocht: